Jong Nederland Maasbree

De Jonge Wacht

Het was ca. 1932. De tijd van werkloosheid en crisis. Nadat een aantal jonge arbeiders een stevige voorvormings cursus van 15 lessen had gevolgd werd in Maasbree de Jonge Wacht opgericht. De verchristelijking van het arbeidsmidden was het voornaamste waarnaar werd gestreefd. Op de dag van de aanneming werd begonnen met het Lof (kerkdienst), daarna werden de nieuwe leden geïnstalleerd, oorkonde en insignes werden overhandigd en men legde de beloftes af om als een goed Jonge Wachter te leven en te handelen. Daarna vond er een feestelijk bijeenkomst plaats in de Blokhut aan de Breestraat. Naast toneel, zang en spel werden toespraken gehouden met mooie leuzen als:

“Wat ge voor de arbeiders doet, doe dat door de arbeiders.”
Roet Duijf legt de eed af op de vlag van de Jonge Wacht

Aan de leidersvorming werd veel zorg en aandacht besteed. Het maandblad “De Jonge Wacht-gids” was een prachtig hulpmiddel. Iedere maand verscheen deze met artikelen over godsdienstvorming, sociale vorming, karaktervorming en ook actiepunten werden niet vergeten.

De Jonge Wacht uit Maasbree was een groep jongeren van 12 tot 15 jaar, die elke zondag onder begeleiding van hun leiding in de Blokhut aan de Breestraat groepsbijeenkomsten draaiden. Op hoogtijdagen, zoals de dagen van “Christus Koning”, maar ook de feestdagen van de patroonheiligen van een patrouille (vendel), begon de bijeenkomst in de Kerk. De leden van de Jonge Wacht kwamen dan geüniformeerd bij elkaar en gingen na de Hoogmis marcherend naar de Blokhut. Daar begon de bijeenkomst met een appél (carré) waarbij onder tromgeroffel de “groepsstandaard” werd gehesen, Kapelaan M. Arts was destijds directeur van de Jonge Wacht in Maasbree.

Logo van de Jonge Wacht

De bijeenkomsten bestonden hoofdzakelijk uit sport, marcheren en buitenleven, zoals speur- en spoortochten, vlaggenroof, balspellen en noem zo maar op. Met name op het gedrag werd goed gelet. Zo moest men de Pastoor, Kapelaan, burgemeester of het hoofd der school groeten in uniform en de pet of de hoed afnemen als je deze in het dagelijks leven tegen kwam. Was je dit een keer vergeten, dan werd hieraan, op de eerst volgende bijeenkomst, aandacht besteed. Dit resulteerde meestal in een extra oefening marcheren en appél. Als nieuwkomer werd er gewerkt aan de “eisenkaart”. Dit alles onder het devies: “Voor Christus onzen Koning! God wil het. Amen!”. Als je een onderdeel goed had doorlopen kreeg je een aantekening van de directeur en leider; maar dan pas als ook de ouders toestemming hadden gegeven.

De eisen waaraan je moest voldoen of die je geleerd moest hebben om een goede Jonge Wachter te worden, waren:

Gedrag
Wellevendheid
De wet, belofte, signalen, formaties en groet
Inrichting Jeugdvereniging
Dagelijkse gebeden, morgen- en avondgebed en Engel des Heren (Koningin des Hemels)
Drie buitenspellen en drie binnenspellen
Gespaard voor het uniform

Had je aan deze eisen voldaan, dan mocht je van die dag af een uniform dragen.

De Jonge Wacht (ca. 1936). Van linksboven tot rechtsonder: Sjraar Vaessen, (?), Ton Trepels, Wiel Thijssen, Ra Thijssen, Toon Engels, Sjeng Peeters, Harrie Peeters, Jan Thijssen, Piet Peeters, Toon Jacobs, Toon v. Lier, Jan Vaessen?, Sjeng Peeters, Wiel v. Diepen, Ton Vaessen, Kuup Rongen, Sjaak Rongen, Jan Thielen, Wiel Zetsen, Lei Grijn, Piet Peeters, (?), Harrie Nijssen (leider), Handrie Hendriks (leider), Martin Leisen (leider), Lei Hendriks, Handrie Peeters, Bèr Janssen, Wiel Peeters, Jan Thijssen, Graad Leisen, Bert Peeters, (?), Wiel Hermans, Thei Leisen?, Kuup v.d. Kerkhof (leider), Harrie Hoeijmakers (leider), Toon Thijssen (leider), Harrie Haenen, Wiet Vaessen, (?), Lei Lucassen (leider), Handrie Lintjes (Hoofd Leider), Kapelaan Frans Arts (Aalmoezenier), Frans v. Dijk (leider), Roet Duijf (leider), Wiel Vaessen, Sraar Walraven, Hay v.d. Beuken, Wien Peeters, Tienus Hendriks, Sjeng Hendriks, Handrie Kempen, Maan Nijssen, Jan Peeters, Sjaak v.d. Beuken, Jan v. Diepen, Wiel v. Lier, Sjeng Peeters, Thei Janssen, Wiel Wijnands, Handrie Engels, Wiel Gerads, Jan Wijnen en Wiel Linssen.

Doelstelling: De jongens van 12 tot 17 jaar, die willen toetreden tot de groepen van de Jonge Wachters, streven er, onder leiding van ouderen, ernstig naar hun leven geheel in dienst te stellen van hun Koning Christus.

Devies: Voor Christus, onzen Koning! God wil het. Amen!

Belofte: Met Gods genade beloof ik Christus als mijn Koning te dienen en naar onze Wet te leven.

De Wet:
Een Jonge Wachter gaat fier op zijn geloof.
Een Jonge Wachter zoekt zijn kracht in het H. Communie.
Een Jonge Wachter gehoorzaamt aan ouders en overheden.
Een Jonge Wachter is rein, eerlijk en trouw.
Een Jonge Wachter is spaarzaam, matig en eenvoudig.
Een Jonge Wachter is goed voor iedereen en een voorbeeld voor allen.

Toen in 1940 de Duitsers Nederland bezet hielden, mocht er van de toenmalige machthebber geen georganiseerd jeugdwerk plaatsvinden. Rond 1942 werd daarom de Jonge Wacht opgeheven.

Blokhut Jonge Wacht (ca. 1937) (Breestraat)
Appèl Jonge Wacht. v.l.n.r.: Wiel Peeters (hoorn), Jan Thijssen (trom), Handrie Gommans (trom), Sjaak v.d. Beuken (trom), Sjraar Vaessen (hoorn), Sjraar Walrave (achteraan met groet).

Ontstaan van Jong Nederland

Onder de dagtekening “Meerssen, Sint Nicolaasdag” ging er in het begin van december 1944 een brief uit van het “Jong Nederland Secretariaat Meerssen”. Deze brief was gericht aan de priester van het bisdom Roermond en de eerste regels luidde:

“Zoals u waarschijnlijk, door de bekendmaking in de pers, ter kennis is gekomen, heeft de diocesane leiding van de Katholieke Actie voor mannelijke jeugd beneden 17 jaar, een jeugdbeweging opgericht met de name “Jong Nederland”.

De datering van deze brief, 6 december 1944, wordt aangehouden als oprichtingsdatum van heel Jong Nederland. De oprichting geschiedde in een woelige periode van onze vaderlandse geschiedenis. Aan het eind van 1944 was het grootste deel van Nederland nog bezet, maar voor Zuid Limburg begon de bevrijding in september 1944 al. Nauwelijks waren de bezetters verdreven en de bevrijders uitbundig verwelkomd of ook de jeugdbewegingen, die door de bezetters waren verboden, traden weer naar buiten. Om te komen tot één katholieke jeugdbeweging zochten de Katholieke Verkenners en de Jonge Wacht contact met elkaar en vormde zo onder stimulans van de diocesane leiding van de Katholieke Actie de basis voor Jong Nederland.

Brief aan priester bisdom Roermond
Logo van Jong Nederland

De Jonge Garde

Op 23 april 1948 werd officieel de eerste groep van de Jonge Garde gestart met ongeveer 30 meisjes. Dit onder leiding van Net Hanraets en An Hendriks, met als geestelijk adviseur Pastoor J. Nabben.

Toen in 1950 Pastoor W. Hillebrandt de zielenherder van Maasbree werd, bleek deze niet erg ingenomen met deze club. “De meisjes konden zich beter wijden aan het 40 uren gebed en aan de bijeenkomsten van de Maria Congregatie”, wat voor de kerk erg belangrijk was. Zelfs vanuit de preekstoel liet Pastoor Hillebrandt duidelijk zijn bedenkingen horen. Ondanks dat, en met ‘morele’ steun van Kapelaan L. Theunissen, bleek dat er heel veel belangstelling was voor deze nieuwe vereniging en kwam er al snel een tweede groep bij. Ook de ouders waren erg ingenomen met “de Garde”. Dat bleek op de zeer druk bezochten ouderavonden. Bij deze gelegenheden stak de hele groep in het groene Garde uniform, dat door gebrek aan financiën door de leidster zelf was gemaakt.

Het Patronaat
De Jonge Garde (ca. 1949). De Thersiagroep en de Ludwinagroep. v.l.n.r.: Wies Wijnen, Cor Boots, Riek Wijnen, To Peeters, An Driessen, Lies Verstappen, Mie Driessen, Nel Vaessen, An Hendriks, Truus Lenders, Lies Wijnen, Wies v.d. Beucken, Door Wijnen, Rieta Haenen, Nel v. Deurzen, Mien Trepels, Riek Peeters, Fien Joosten, Nel Smolders, Tonnie Bruinen, Net Hanraets, Lies Hermans, Luus Linssen, Tien v. Diepen, Zus Wijnen, Patoor Nabben, Door Peeters, Cor Muizenbergh, Jo Smets en Ria Hes.

De contributie was toen ƒ0,10 (guldencent) per bijeenkomst. Een uniform koste ± ƒ14,00 (gulden). Dit was erg veel, maar door de vlijt van de leidsters was Maasbree de eerste Garde van het district dat met trots een uniform droeg.

De groepen waren opgedeeld in “Rondes” (teams). Een Ronde bestond uit 6 á 8 meisjes en hadden een Rondeleidster. Er werden allerlei activiteiten georganiseerd zoals: bezinningsdagen, cursussen, installatiefeesten voor nieuwe groepen, bezoek Wimpelfeesten en Maria-, kerst- en Sinterklaasfeesten. Om als leidster te mogen optreden moest je van de diocesane leiding eerst een week op training in Meersen.

Een van de hoogtepunten was destijds “een week op bivak”, wat in die tijd iets nieuws was bij de Jonge Garde. Het buiten leven in de natuur, samen het bivak opbouwen, koken, samen spelen, dit alles was iedere dag een nieuwe gebeurtenis en bracht de leden kameraadschap en hulpvaardigheid. In de zomer van 1954 was er een polio-epidemie in Nederland. Vanuit het hoofdbureau in Meersen werd het advies gegeven niet op kamp te gaan. Echter was het kamp al volledig voorbereid en hadden de meisjes van de Maasbreese Garde lang gewerkt naar dit jaarlijks hoogtepunt. In overleg met dokter van Leer, hebben de meiden alsnog hun plunjezakken gepakt en zijn toch op kamp gegaan. De diocesane leiding, betitelde dit al een zeer eigenzinnige, “echte Maasbreese” actie. Het kamp is verder goed gegaan en alle meisjes zijn weer veilig en gezond thuis gekomen.

Zonder medeweten van de oprichters (hoofdleidsters) werden door Pastoor Hillebrandt nieuwe leidsters naar Meersen gestuurd om een cursus te volgen. Dit resulteerde dat de eerste hoofdleiding na jarenlang opkomen voor de Maasbreese meisjes, (onvrijwillig) door Pastoor aan de kant werd gezet.

Financiële zorgen waren er ook. Hiervoor werden enkele activiteiten zoals een fancy-fair of het deur aan deur verkopen van zelfgebakken wafels georganiseerd.

Devies Jonge Garde: Wij durven en dienen.

Katholiek Meisjes Gilde (KMG)

Eind 1944 werd in het bisdom ‘s-Hertogenbosch, “in afwachting van de te verwachten eenheid in het vrouwelijke jeugdwerk”, besloten tot het oprichten van een Katholiek Meisjes Gilde (KMG). Het KMG vertoonden al sinds haar ontstaan enige overeenkomsten met Jong Nederland.

In 1967 werd de Jonge Garde omgedoopt tot het Katholieke Meisjes Gilde Maasbree. Deze bestond destijds uit 7 groepen meisjes, in de leeftijd 11 tot 17 jaar, die eens in de twee weken een bijeenkomst hadden in het patronaat. De groenen Garde uniformen werden vervangen door het nieuwe KMG-uniform. Deze bestond uit een donkerblauwe rok met platte plooien van 4 cm en 2 zakken van 20 x 20 cm met een klep van 5 cm. De zakken en klep waren opgestikt. De klep werd met een blauwe knoop op de zak vastgemaakt. Daarbij was een lichtblauwe blouse, met een rond kraagje, lange of korte mouwen en witten knopjes. De blouse werd in de rok gedragen. Op het fopklepje (links) werden de groepsbandjes gedragen. De leidsterblouse had geen fopklepje.

Logo van het KMG

Voor de officiële installatie als lid, werd er geen schaaltje gedragen. Als je geïnstalleerd was, kreeg je een blauw genopt sjaaltje. Na het afwerken van de eerste eisenkaart werd dit sjaaltje vervangen voor een rood genopt sjaaltje. De leidsters droegen een blauw sjaaltje. Verder droeg men witte sokken of nylons en bruine schoenen met platte hak. In de winter mocht je een blauwe uniformtrui aanhebben. Het uniform en bijbehorende onderdelen waren in de winkel van het KMG in Maastricht verkrijgbaar.

Het KMG heeft zich door de jaren heen steeds meer uitgebreid en met hen ook het aantal leidsters. Het clublokaal was op de bovenverdieping van het “Patronaat”. Er was geen centrale verwarming. Voor de kou te verdrijven was er een “oude” oliekachel die moeilijk in te stellen was. Zo hebben menige meiden van het KMG, veel koude, maar ook veel warme uren doorgebracht in het Patronaat. De familie van Dijk (de bewoners van de “kapelanie” dat vast zat aan het patronaat), waren zeer gastvrij. Je kon hier altijd terecht voor de sleutel, of als in de winter de oliekachel het weer eens niet deed.

De zomerkampen van het KMG werden in deze periode meestal gehouden in Zuid-Limburg. Deze speelde zich in- en rondom een jeugdhuis of Blokhut af, waar ook in werd geslapen. De bagage en de andere spullen, zoals gasflessen, gasfornuis, aardappels en groenten, pakjes soep etc. werden de dag voor het vertrek ’s avonds gebracht. Meestal met een vrachtauto van de familie Wijnen van de Venloseweg, in gezelschap van enkele leidsters. Dit was alvast een leuk voorproefje voor de komende vakantieweek.
De reis naar de kampplaats ging per fiets. De leidsters kregen hierdoor ook ervaring met het plakken van kapotte banden. Bij warm weer was het een heel gedoe om de reparatie voor elkaar te krijgen. Een verre fietstocht naar het zuiden viel, vooral met warm weer niet mee. Met name het zitvlak had veel te verduren. Daarbij kwam ook wel eens, een door de zon verbrand gezicht en vooral een blaar op de neus voor. Het afkoelen en pootjebaden in de Geul in Zuid-Limburg was dan ook een uniek gebeuren. Bij aankomst op de kampplaats was het altijd spannend hoe de Blokhut of boerderij waar men in ging vertoeven eruit zag.

Het programma bestond voornamelijk uit toneel, pantomime, quiz, handenarbeid, vrije expressie, volksdansen, sport en spel, wandeltochten, zwemmen, gezellig samen zijn, excursies en lezingen.

Extra activiteiten waren bijvoorbeeld de carnavalsmiddagen in het patronaat. De zaal werd versierd met slingers, ballonnen en zelfgemaakte tekeningen. Het hoogtepunt van de middag was het bezoek van de jeugdprins, zijn gevolg en de aalmoezenier. Er werd gehost, gesprongen en gezongen op muziek van singels en LP’s.

Ook aan wandeltochten buiten Maasbree werd deelgenomen. Volledig in uniform traden de meisjes regelmatig aan bij de tochten van Stella Duce in Venlo.

Volksdansen was ook een van de favoriete activiteiten. Op een pick-up werden platen gedraaid. Op deze muziek werd dan geoefend voor de ouderavonden (o.a. matrozendans, elfjesdans en de Griekse dans, de Sirtaki). Op de ouderavond van 1967 werd in zaal Wijnands (Broekstraat) een demonstratie Jeugd-EHBO gegeven door leidster Nelly Gielen. Dit samen met cursisten en leden van het KMG.

In 1968 werd het 20 jarig bestaansfeest gevierd. Bij deze gelegenheid werd het eerste jubileumboekje uitgegeven.

Jong Nederland: Sint Aldegondis Gilde

Na de oorlog werd, door toedoen van Handrie Lintjes, Teun Thijsen en Harry Hoeymakers, Jong Nederland Gilde Sint Aldegondis Maasbree opgericht als voortzetting van de vooroorlogse Jonge Wacht. Deze “nieuwe” jongensvereniging kwam, mede door het enthousiasme van Kapelaan Theunissen, weer tot grote bloei. Teun Thijssen had samen met de oud-leiders van de Jonge Wacht, enkele jongelui bereid gevonden voorlopig op te treden als leider van Jong Nederland. Er werd gestart met een groep jongens uit de hoogste klas van de toenmalige lagere school. De pas benoemde Kapelaan Theunissen was meteen bereid om als aalmoezenier op te treden, en mede door zijn toedoen werd contact gezocht met de diocesane leiding in Meerssen, om iets te vernemen omtrent de nieuwe opbouw en organisatie van de jeugdbeweging. Enkele leiders van de diocesane staf waren bereid om een groepsbijeenkomst te leiden en verdere technische- en praktische aanwijzingen te geven.

Logo van Jong Nederland: Sint Aldegondis Gilde
De Blokhut (1970). Thuishonk Jong Nederland.

Van de districtsleiding te Helden ontving de staf van Maasbree nog wat instructies, en zo kon de eerste bijeenkomst van start gaan. De eerste bijeenkomsten hadden veelal nog het karakter van een gezellig samenzijn, doch langzaamaan begon de afdeling Maasbree meer naar het echte jeugdwerk toe te groeien. Speurtochten werden uitgezet, veldspellen beoefend en in kleiner verband werden diverse groepsleiders nader geïnstrueerd over het werk in de jeugdbeweging.

Vlak na de oorlog was er geen blokhut meer. De Blokhut van de voormalige Jonge Wacht die was gelegen aan de Breestraat was in de oorlog afgebroken en verhuisd naar het Lang Hout voor het “tijdelijk” onderkomen voor de familie Muysenberg, die hun eigen woning door oorlogsgeweld verloren hadden. Het gebrek aan een blokhut werd gedeeltelijk opgevangen door bij slecht weer de bijeenkomsten te houden in het patronaat. De contacten met de diocesane en districtsleiding werden uitgebreid en inmiddels was Sjraar Hendriks al bezig met het volgen van de cursus tot aanstelling van leider. Zo groeide Jong Nederland Maasbree door.

In 1950 werd de oude blokhut van de Jonge Wacht wederom in gebruik genomen. De familie Muysenberg had inmiddels een eigen woning en de Blokhut herrees voor de derde keer. Dit keer aan de Kerkdijk op de Breukerheide. Rondom de blokhut lag een speel- en voetbalveld en zo konden de groepen onafhankelijk van elkaar bijeenkomst draaien. De bijeenkomsten werden toen alleen nog maar op zondag gehouden. Deze duurden van half twee tot zes uur. Het zomerkamp van 1954 ging helaas niet door vanwege de polio-epidemie. In 1958 was de Blokhut aan verbouwing toe. Het houtwerk buitenom werd vervangen door steen.

Vanaf de zesde klas (nu groep 8) van de lagere school kon men zich laten inschrijven als aspirant lid. Iedere groep bestond uit ± 25 leden en was verdeeld in vier Vendels van zes tot acht personen. Het Vendel zelf koos een vendelleider en een assistent vendelleider. Voor alle opdrachten kreeg ieder Vendel per bijeenkomst een aantal punten. De Vendels streefde naar zo hoog mogelijke scoren. Verder diende elk lid apart een eisenkaart af te werken. Nadat iedereen van een groep aan alle eisen had voldaan werd de groep geïnstalleerd en kregen de kinderen een uniform. Vanaf dat moment moest je ook in uniform op de bijeenkomst komen. Ook werden deze uniformen gedragen tijdens kerkelijke vieringen en processies.

Leidersblad (oktober 1957)

De groepen bleven maar groeien. Een groep van 30 a 40 jongens was in die tijd heel gewoon. Elke groep had ook z’n eigen naam. Zo kende men bijvoorbeeld de “Franciscusgroep” de “Hubertusgroep” of de “Johannesgroep”. Later noemde de groepen zich naar vogels of echte “Britse” (Maasbreese) taaluitdrukkingen. De Kieviten, Sperwers en de Koelemoëters zijn hier voorbeelden van.

We zijn inmiddels beland in 1961. Daar komen in het archief van Jong Nederland Maasbree weer de eerste gegevens vrij. Het correspondentie adres van zowel de KJB (Katholieke Jeugd Beweging) en van het gilde was toen bij Gerit Engels samen met aalmoezenier Kapelaan J. Vleeshouwers. De gehele ingeschreven staf bestond uit acht man waarvan één aalmoezenier, één gildeleider, twee hopmannen en vier leiders.

Piet Simons inspecteert zijn Vendel

Het aantal leden op dat in 1961 mee op kamp in Baexem ging, bestond uit 72 jongens. In 1962 ging de Jonge Garde samen met Jong Nederland voor het eerst gezamenlijk in Harderwijk op stap. Het zomerkamp in 1962 was in Neeritter en werd dit keer gewonnen door “de Kieviten”. De bezochte kampplaatsen en de winnende groep kwamen op een kampvaantje te staan. Dit zelfde vaantje wordt nu nog steeds gebruikt en in ere gehouden.

Als we verder het archief in duiken zien we dat in 1963 de functie van aalmoezenier vacant is. In 1964 wordt Kapelaan A. Versleyen als aalmoezenier aangesteld. In datzelfde jaar werden de eerste getypte inschrijfformulieren verzonden naar het Nationaal bureau in ’s Gravenhagen. In 1967 werd Piet Simons de hoofdleider van Jong Nederland Maasbree.

Het 20 jarig jubileum werd in 1969 gevierd. De feestelijke activiteiten bestonden uit een spellentocht en film. Uiteraard werd er voor Maasbree een receptie met aansluitend een feestavond gehouden. Op het zomerkamp van dat jaar mochten de leden op excursie naar de 7-up fabriek. Wieke Grubben dronk zich met 17 flesjes van deze, toen behoorlijke zoete en koolzuurhoudende drank, behoorlijk ziek.

Koken op weekenden was behoorlijk beperkt. Menig leider kwam niet verder dan het bakken van een ei. Dit was in 1970 de aanleiding om met z’n allen naar de huishoudschool in Baarlo te gaan voor een kookcursus. Vanaf die tijd kwamen er complete maaltijden op tafel tijdens de weekeinde.

Op de kampen had men een kookstaf die voor het natje en het droogje zorgde. Elke morgen havermoutpap. In een grote rij gingen de leden met het bord in hun hand langs de keuken(tent) en kregen een enorme lepel van dit “kleverig spul” op hun bord “gekwakt”. De kunst was om achteraan in de rij te staan. Dan had je de kans om mee te genieten van de aangebrande suiker onder in de ketel wat de havermoutpap enigszins lekker maakte.

Ieder lid moest de wet kennen. Voor aanvang van elke bijeenkomst stonden de groepen voor de grote open haard in carré. Na het “Weesgegroetje” en “Onze Vader”, moest ook deze wet opgezegd worden voordat de activiteiten konden beginnen.

De wet van Jong Nederland 
Een jong Nederlander is:

  • een goed kameraad.
  • bereid om anderen te helpen.
  • sportief bij alles wat hij doet.
  • trouw aan zijn gegeven woord.
  • opgewekt en blij.
Jong Nederland (rond 1957). v.l.n.r.: Daan v. Dijk (leider), Jan Wijnen, Toon Wijnen, Jac Opgenoord? (leider), Ger v. Soest, Frits Wijnen, Lei Janssen, Jeu Peeters, Koos Coenen, Theu Dirks, Chrit Wijnen, Hay v. Dijk (leider), Ton Peeters, Wiet Hermans, Jo Mulders, Albert Hendriks, Twan Lemmen, Jan Schouten, Wie Peeters (leider), Bertes v. Roy, ? Verlinden, Wim Dirks (leider), Piet Werts, Chris Hoeymakers, Jo Peeters (leider), Jan v. Roy, Koos Coenen, Krit Peeters, Tom Janssen, Gerard Daemen, Emil Manders, Wiel Duijf, Jan Wanten, Ben Seelen, Wie Grubben, Wiel Weyers, Jeu v.d. Sterren, John Seelen, Wim Linders, Hay Hillen, Sit Boots, Ger Manders, Jan Maesen, Piet Peeters, ? Hoeijmakers, Jan Verlinden.

De Blokhut

In 1973 ontstonden er problemen met een buurtbewoner rondom de Blokhut op de Breukerheide. Deze spanningen liepen zo hoog op dat op een gegeven moment het gebouw nog nauwelijks te bereiken was door een, in alle haast geplaatst, “prikkeldraad”. Echter werd regelmatig op een mysterieuze wijze de draad in stukjes geknipt en kon men weer bij de Blokhut komen. Deze situatie heeft zich meerdere malen herhaald. Dit alles was de aanleiding tot het oprichten van Stichting Blokhut in 1975, met als doel een nieuw clubgebouw te realiseren voor Jong Nederland. Met een startbedrag van ƒ100,00 (gulden) begon men plannen te smeden. De actie “van Blok tot Blokhut” was hier een voorbeeld van. Met grote bouwtekeningen werd langs de deuren gegaan met de vraag of je een steen wilde kopen. Deze actie, samen met gemeentelijke-, provinciale- en landelijke subsidies, fondsgelden van sponsoren en een bijdrage van de Kerk, hebben er toe geleid dat er een geheel nieuwe Blokhut kwam aan de Breestraat. Op 21 mei 1977 werd door burgemeester Antoon Hubben de officiële openingshandeling verricht.

De Blokhut aan de Breestraat (1979)

De groei en ontwikkeling van het KMG en Jong Nederland, Gilde Sint Aldegondis Maasbree bleken in de loop de jaren zoveel gemeen te hebben, dat de vraag naar een samenwerking beantwoord werd door een praktische realiteit. Op 17 september 1979 werd de Stichting Jong Nederland Maasbree opgericht, gevormd uit deze twee organisaties. Met deze fusie verscheen ook de nieuwe schets van een methodiek, met daarbij behorende doelstellingen, geformuleerd en welke nog steeds de onderstroom is van alle activiteiten.

Doelstelling: Jong Nederland stelt zich ten doel, aan jeugdigen in hun vrije tijd voor hun ontspanning en ontplooiing gevarieerde mogelijkheden tot spelen te bieden; deze worden in groepsverband gerealiseerd met behulp van daartoe opgeleide leiders en leidsters.

De bouw van de nieuwe Blokhut werd vastgelegd op video. Deze video, met verslag, is hieronder te bekijken:

Stichting Jong Nederland Maasbree

“Stichting”. Een veel voorkomend agendapunt in het jaar 1979. “Samen verder” was in dat jaar een van de belangrijkste agendapunten. Een keerpunt in de historie van de Maasbreese jeugdbeweging. In september vond de officiële samenvoeging plaats van het KMG, Jong Nederland en Stichting Blokhut. Samen gingen deze drie verder onder de naam Stichting Jong Nederland Maasbree. Dit betekende het afscheid van een periode waarin hoofdleidsters van het KMG, Truus Selen, Truus Greijn, Truus Wijnen, en de hoofdleiding van Jong Nederland, Piet Simons, Frans Grutters en Geert Knippenbergh, het gezicht van beide clubs bepaalde.

Dit betekende ook dat leiders, leidsters, leden en ouders moesten wennen aan een voorzitter in plaats van een gildeleider en aan een secretaris, penningmeester, werkgroepen, commissies etc. Zo bestond het algemeen bestuur uit drie personen van de “oude” Stichting Blokhut, vier personen van het “oude” Jong Nederland en vier personen van het “oude” KMG. De werkgroepen kwamen voort uit de groepen. Hierin zat van iedere groep één leider of leidster. Er waren twee werkgroepen; de afdeling meisjes en de afdeling jongens, die weer ieder apart een penningmeester hadden. Uit de werkgroepen was een afvaardiging in het algemeen bestuur, en zo kwamen ze weer samen in een grote leidingraadsvergadering of in het Stichtingsbestuur. Een hele toestand voor Jong Nederland, maar destijds de beste manier om aan elkaar te wennen en van elkaar te leren.

De meisjes draaiden in die tijd nog steeds apart groep in een lokaal onderin het Maasbreese Gemeenschapshuis “Trefcentrum D’n Adelaer”, terwijl de jongens beschikten over een splinternieuw gebouw aan de Breestraat. Met ingang van 1 november 1981 verlieten de meisjes hun stek in het dorp en kwamen ze ook naar de Blokhut op de Breukerheide. Hiermee was de integratie tussen de jongensgroepen en de meisjesgroepen weer een stuk dichterbij.

Een nieuw logo van Jong Nederland

Gemengde groepen

1981: “Nova Gropa”, wat nieuwe groep betekende, was de eerste gemengde groep binnen Jong Nederland Maasbree. Na het volgen van enkele studiedagen van het Nationaal Bureau, namen deze leiders en leidsters van de jongens en de meisjes het initiatief om samen een nieuwe gemengde groep te gaan starten. Diverse afdelingen in het district “Helden”, waren hier al mee begonnen. Doordat er binnen dat district verschillende contacten waren, kwam het onderwerp gemengde groepen vaak op de agenda. Niet lang daarna nam ook een oudere groep (die al een jaar apart groep draaide) het zelfde initiatief. De gemengde groepen en hiermee ook het eerste gemengde kamp in Munstergeleen (1982), waren een feit. Munstergeleen was ook het kamp waar de nachtdienst werd geïntroduceerd. 24 uur per dag was iemand aanspreekbaar voor de leden die meestal sliepen in een tent midden in de bossen. Maasbree was een van de eerste afdelingen van Jong Nederland die dit had. De gemengde groepen had diverse voordelen: je had onder andere geen aparte financiële administratie meer nodig, je kon gebruik maken van elkaars goederen en hoefde je niet twee keer dezelfde aanschaf te doen en verandering van bestuursorgaan. Deze werd zogezegd platter en was makkelijker bereikbaar voor leiders en leidsters.

Langzaam veranderde de jongens- en meisjesorganisatie tot een gemengde organisatie. Ieder jaar vielen er twee groepen af (één jongens- en één meisjesgroep) en kwam er één gemengde groep bij. Deze situatie bracht met zich mee dat er een aantal jaren drie verschillende kampen waren (jongens-, meisjes-, en gemengd kamp). Pas in 1988 was de hele organisatie gemengd en namen we definitief afscheid van de aparte jongens- of meisjesgroepen.

Gevaar vanuit Den Haag

1993: Jong Nederland Maasbree bestond 45 jaar. Dat werd bescheiden gevierd met de groepen rondom de Blokhut. 1993 was ook het jaar dat bezuinigingen door de Nederlandse regering (ministerie van WVC) hebben geleid tot een plan om Scouting Nederland en Jong Nederland Landelijk samen te voegen met alle gevolgen van dien. Vooral in Limburg heeft dit plan op grote weerstand gestuit. Dit heeft tot gevolg gehad dat Jong Nederland Limburg op 1 januari 1993 zelfstandig verder is gegaan. Voor de afdelingen werd het hiermee niet makkelijker. Ze moesten namelijk kiezen met wie ze door wilden gaan. Jong Nederland Landelijk, die dan een provinciale tak Limburg bleef handhaven, of Jong Nederland Limburg.

Logo van Jong Nederland Limburg

Maasbree had het hier behoorlijk moeilijk mee. Eigenlijk wilden ze niet kiezen, om het doodgewone feit dat het Maasbrees bestuur en leiding vond dat de provinciale en landelijke organisaties moesten ophouden met elkaar de “Zwarte Piet” toe te spelen, en te werken aan een nieuwe gezamenlijke toekomst. Maasbree koos uiteindelijk, met enkele andere afdelingen in Limburg, voor een dubbele inschrijving. Een situatie die niet altijd even gemakkelijk was. Zowel de provinciale organisatie als de landelijke hadden Maasbree liever voor zich alleen. 43 afdelingen gingen naar Limburg. Lutterrade, Reuver, Bergen, Siebengewald, Egchel en Meijel kozen voor de landelijke organisatie. Buchten, Neer en Maasbree voor inschrijving in beide organisaties.

Niet alleen op landelijk en provinciaal niveau had dit gevolgen, ook op districtsniveau. De intentie was uitgesproken om, hoe dan ook, binnen het district te blijven samenwerken. Er waren echter afdelingen binnen het district die deze intentie na de afscheiding niet meer deelden, met als gevolg dat ook het district Helden in tweeën werd gesplitst. De dubbelen inschrijvingen, en inschrijvingen bij landelijk hadden voor-, maar ook nadelen. Zo werden de bovengenoemde afdelingen niet genoemd in het 50 jarig jubileumboek van Jong Nederland Limburg (1998), de ledenactiviteiten werden minder bezocht en wanneer mocht nou een winnend team van een toernooi door naar een provinciaal of landelijk toernooi. Al met al, kleine vragen met grote gevolgen. Maasbree had nog het voordeel, bij beide organisaties te kunnen kijken en het beste van elke club te gebruiken. Echter, voor de leden was dit geen ideale situatie want alle bovenplaatselijk activiteiten vonden meestal ver van huis plaats.

Jong Nederland Maasbree kiest voor haar leden

De perikelen rond de landelijke en provinciale organisatie beheersten in die tijd bijna elke agenda. De situatie was niet echt stimulerend. Doordat we nu in één keer een zekere geïsoleerde enclave waren van Jong Nederland Landelijk, werd het contact met het bureau, dat inmiddels van Utrecht naar Leusden was verhuisd, een stuk minder. Het leek wel of de koek op was en het landelijk bestuur hun trouw gebleven afdelingen vergeten waren. Hun bureauorganisatie zakte langzaam in elkaar. Daarentegen werd de provinciale bureauorganisatie steeds professioneler en waren hun ledenactiviteiten zichtbaar in de regio aanwezig. Jong Nederland Maasbree merkte dat de ontstaande situatie niet wenselijk was voor de kinderen. En kinderen, daar is het bij Jong Nederland Maasbree om te doen. Op 30 oktober 1999 heeft Jong Nederland Maasbree zicht afgemeld bij de Landelijke organisatie en aangegeven alleen door te gaan met Jong Nederland Limburg. Langzaam maar zeker volgden de andere Limburgse “landelijke” afdelingen dit voorbeeld.

April 1998, Jong Nederland Maasbree viert haar 50 jarig jubileum. Op het terrein van de Blokhut kwam een monument met een tijdscapsule eronder. Hierin deed elk lid een herinnering van nu en wens voor de toekomst in. Ook de leiding, bestuurders en de gemeente deden een gevulde koker in de capsule. Nadat de deksel op de put geplaatst was, werd het monument door burgemeester Clemens Brocken en voorzitter John Grutters onthuld. Het monument verwijst naar het “Verleden” (zit in de grond), “Heden”, het hier en nu en de “Toekomst”. In een contract met de gemeente is afgesproken dat het monument pas in april 2048 geopend mag worden bij het 100-jarig bestaan van Jong Nederland Maasbree. Na deze handeling vonden de feestelijkheden rondom dit jubileum plaats met als afsluiting de renovatie en nieuwbouw van de Blokhut.

Onthulling van het monument (23 april 1998)

Renovatie en nieuwbouw

In 1992 stemde het Stichtingsbestuur in met een onderzoek, om te komen tot een grootscheepse renovatie en aanbouw aan de Blokhut, die destijds was gebouwd voor de jongens. Dat was in het de Blokhut nog steeds merkbaar. Ook waren de kozijnen aan vervanging toe en had Jong Nederland Maasbree behoefte om met meerdere groepen tegelijkertijd in de Blokhut bijeenkomsten te kunnen draaien. Ook was de Blokhut gedateerd en met name de inkomsten uit het verhuur aan andere (collega) organisaties liepen daardoor terug. Jong Nederland Maasbree besloot om het onderzoek en de realisatie van de plannen over te dragen aan een aparte commissie, waarin voorlopig alleen de voorzitter vanuit het stichtingsbestuur zitting had. De commissie was snel samengesteld. Het was een groep van “wijze mannen” die de plannen naar de gemeente, fondsen en sponsoren moesten uitdragen. De commissie bestond uit Pastoor Jan Thijssen (aalmoezenier van Jong Nederland Maasbree), Piet Huijs (Architect uit Maasbree) en Hans Krabbe (directeur van de Woningbouwvereniging Maasbree). Vanuit de politiek waren Wim Hermans, Ben Smets en Lei Willems bereid gevonden. Onder het voorzitterschap van John Grutters (voorzitter stichtingsbestuur van Jong Nederland Maasbree) werden acties op touw gezet. Dit resulteerde erin dat in april 1998, op de 50ste verjaardag van Jong Nederland, de eerste schop in de grond werd gezet. Een jaar later, op 23 april 1999, werd het gebouw geopend. Jong Nederland Maasbree beschikt vanaf die tijd over een modern gebouw dat ruimschoots voldoet aan alle nieuwe eisen.

De Blokhut (2008)

Jong Nederland Maasbree groeit uit haar jasje

Ondanks dat het aantal leden vrijwel constant bleef werd het takenpakket van Jong Nederland Maasbree steeds groter. Vanuit maatschappelijke- en overheidswegen werd een steeds zwaarder appél gelegd op de organisatie. De ouders vroegen meer aandacht voor hun kinderen. Deze wilden deskundigheid zien en stelden zodoende ook steeds hogere eisen aan de club waaraan ze hun kind toevertrouwden.
Daarentegen verwachtte de overheid steeds meer inzet van Jong Nederland Maasbree met betrekking tot veiligheid, maatschappelijke betrokkenheid en organisatie. Veiligheid betekende niet alleen een veilige stoel in de Blokhut, maar ook goede verzekeringen, een goede organisatie, het dekken van risico’s, het hebben van een gezonde financiële organisatie, een goede communicatie met de overheid, het op de hoogte blijven van wetgeving en het uitvoeren hiervan, maar ook het hebben van een goed gebouw. VROM, de GGD, de brandweer en de gemeente legden een zware druk op de schouders van de bestuurders. Het niet nakomen van deze opgelegde verplichtingen kon leiden tot een berisping c.q. boetes of, in het uiterste geval, het stil leggen van de organisatie.

Het bovenstaande leidde tot een verzwaring van sommige bestuurstaken en een tekort aan aandacht voor andere bestuurstaken. In bestuursvergaderingen werd (noodgedwongen) meer aandacht besteed aan overheidszaken, financiën, verzekeringen en onderhoud aan de Blokhut, dan aan de doelstellingen van Jong Nederland; “het spel dat de kinderen spelen binnen Jong Nederland Maasbree”.

Om te voorkomen dat deze situatie verder uit de hand liep en er een vergroeiing zou plaatsvinden tussen het bestuur en de groepen, werd besloten statutair over te gaan naar een nieuwe organisatiestructuur. Deze organisatie behelsde één stichting met twee besturen. Een stichtingsbestuur en een groepsbestuur.

De twee besturen functioneerden los van elkaar, maar niet onafhankelijk van elkaar. Zo bleef Jong Nederland één club, waarin de een de ander opvangt tijdens bijzondere gebeurtenissen. De algemene leidingraad bleef het uiteindelijke beslissende orgaan van de Stichting Jong Nederland Maasbree. In de bestuursvergadering van 1 februari 2007, met daarop volgende Leidingraadsvergadering van 12 maart 2007 werd met ruime meerderheid besloten om met de nieuwe organisatiestructuur te gaan werken.

Op 16 april 2007 werd door Theo van Megen (secretaris), John Grutters (voorzitter) en Notaris J. Dings uit Helden de oude Stichting Jong Nederland Maasbree opgeheven en de statuten getekend voor de nieuwe organisatie van deze club. Vanaf die dag kent Jong Nederland een groepsbestuur met een voorzitter, secretaris en werkbestuursleden en daarnaast ook een stichtingsbestuur met voorzitter, secretaris en penningmeester met werkbestuursleden.

De statuten en het huishoudelijk reglement
Jong Nederland Maasbree - 60 jaar

In 2008 vierde Jong Nederland Maasbree haar 60 jarig jubileum. Buiten de feestavond voor de leiding en een jubileumreceptie werd deze keer gekozen voor extra activiteiten voor de leden. Het was dat jaar de eerste keer dat het kamp, dat normaal buiten Maasbree werd gehouden, in Maasbree zelf plaatsvond. Voor verschillende activiteiten, zowel op, als buiten het kampterrein, werden de inwoners van Maasbree uitgenodigd. De grootste activiteit, het zomerkamp, was ineens zichtbaar gemaakt. Dit resulteerde in een groei van het leden aantal.

In december 2009 werd er bij de Blokhut door wethouder Wim Hermans van de gemeente Maasbree een tamme kastanjeboom geplant. Deze boom symboliseerde de afsluiting van een goede samenwerking die Jong Nederland had gehad met de gemeente Maasbree. Dit was de laatste boom die in het bestaan van de gemeente Maasbree geplant werd. Per 1 januari 2010 fuseerde Maasbree in de gemeente Peel en Maas.

Het kampterrein op de oude trimbaan

Jarenlang had Jong Nederland Maasbree gebruik gemaakt van het bosgebied achter de Blokhut. Dit was de oude trimbaan van Maasbree. Echter was door de ruilverkaveling vergeten om de weg, die naar dit terrein leiden, in te tekenen op de nieuwe kaart. De weg (met de naam Kerkpad) bestond ineens niet meer. De gevolgen hiervan waren pas merkbaar toen de nieuwe eigenaar van de percelen tussen de Blokhut en de trimbaan zijn perceel ging afzetten. Ineens kon niemand meer op de normale manier de trimbaan bereiken. Het spellenbos dat Jong Nederland meer dan 40 jaar in gebruik had, was voor de leiding en kinderen afgesloten. Dit heeft meer dan 15 jaar stand gehouden. De toenmalige gemeente Maasbree had Jong Nederland Maasbree toegezegd dat ze dit terrein mochten gebruiken als kampterrein voor primitieve kampen. Echter hield de eigenaar van de twee tussenpercelen voet bij stuk. Niemand mocht via de oude weg, die door verkaveling aan hem toegedeeld was, het terrein op. Heel veel vergaderingen en besprekingen door meerdere “onafhankelijke” personen hebben plaatsgevonden. Jong Nederland Maasbree heeft zelfs gebruik gemaakt van advocaten en juridische adviseurs, maar er kwam geen einde aan de afzetting. Des te meer er gesproken werd over het terrein, des te meer de eigenaar zijn hakken in het zand zetten. In 2016 lukte het de gemeente Peel en Maas na heel veel jaren juridisch getouwtrek, om de percelen te kopen en in erfpacht over te dragen aan Jong Nederland Maasbree.

Jong Nederland Maasbree is vanaf dat moment voortvarend te werk gegaan. Vanuit de Blokhut werden water-, stroom-, internet- en rioolvoorzieningen naar het terrein aangelegd. Tussentijds heeft Jong Nederland Maasbree een toiletwagen gebouwd die op het terrein komt te staan als deze als kampplaats in gebruik is. Het terrein werd officieel geopend tijdens een gezamenlijk zomerweekend in mei 2017. John Grutters die voorzitter was geweest van 1990 tot en met 2013 en kampleider van 1989 tot en met 2016 werd bij deze gelegenheid geridderd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau, voor het vele werk dat hij voor Jong Nederland Maasbree had verricht. Frans Willems had vanaf juni 2013 het voorzitterschap op zich genomen (tot februari 2017).

Voorzieningen worden vanuit de Blokhut naar het kampterrein aangelegd (februari 2018)
Een nieuw logo van Jong Nederland Maasbree

Groot onderhoud van het terrein en de Blokhut

In 2018 is Jong Nederland Maasbree begonnen met het groot onderhoud aan de Blokhut en haar terrein. De buitenkant van de Blokhut is daarbij geheel onderhoudsvrij gemaakt. Er zijn zonnepanelen gekomen, her en der zijn oude installaties vernieuwd en het hele gebouw werd voorzien van LED verlichting.

Ook het terrein van de Blokhut kreeg een metamorfose. De kampvuurplaats, die al vanaf 1979 op de zelfde plek lag, werd verplaats naar de achterkant van de Blokhut. Zo werd er een buffer gelegd tussen de (tegenover) buren en de kampvuurplaats. De kampvuurplaats is geheel in de stijl van de Blokhut en naar de normen van toen aangelegd met als tweezijdig doel: als kampvuurplaats, maar ook voor het opvoeren van theater en spel. Met grote heipalen zijn er trapsgewijs zitplaatsen gemaakt. Op de plek van de oude kampvuurplaats kwam een kleine speeltuin met schommel, wip, glijbanen en draaimolens. Deze aanleg bracht met zich mee dat de verharding (het stoepwerk) werd uitgebreid en het oude opnieuw werd gelegd. De kampvuurplaats werd op 26 juni 2019 door wethouder Paul Sanders van de gemeente Peel en Maas geopend.

Zonnepanelen worden op het dak van de Blokhut geïnstalleerd met op de achtergrond de voorbereidingen voor de installatie van de regeninstallatie (augustus 2019)

Belangrijke personen

Met deze historie willen we niet te kort doen aan de honderden leiders, leidsters en bestuursleden die ook hun actieve bijdragen hebben geleverd.

Hoofdleiders / -leidsters en Voorzitters

Jonge Wacht / (Stg.) Jong Nederland / Blokhut

VanTotNaamVereniging / Bestuur
2019-Coen PeetersStg. Jong Nederland
2018-Mike BoerGroepsbestuur
20152018Martijn JacobsGroepsbestuur
20132017Frans WillemsStg. Jong Nederland
20112015Hans TeeuwenGroepsbestuur
20072013John GruttersStg. Jong Nederland
20072011Guus HunnekensGroepsbestuur
19902007*John GruttersStg. Jong Nederland
19881990Gertie PeetersStg. Jong Nederland
19841988Jan DuijfStg. Jong Nederland
19821984Piet WijnenStg. Jong Nederland
19791982Ben SmetsStg. Jong Nederland
19751979*Ben SmetsStg. Blokhut
19781979Geert KnippenberghJong Nederland
19761978Frans GruttersJong Nederland
19751976Win GruttersJong Nederland
19741975Geert KnippenberghJong Nederland
19711974Piet SimonsJong Nederland
19681971Frans GruttersJong Nederland
19671968Jan van DijckJong Nederland
19661967Piet SimonsJong Nederland
19611966Gerrit EngelsJong Nederland
19521961Jo PeetersJong Nederland
19491952Sraar HendriksJong Nederland
19321942Harrie LintjensJonge Wacht

Jonge Garde / KMG

VanTotNaamVereniging
19771979Jeanne KlompK.M.G.
19751977Riny CoopmansK.M.G.
19741975Truus WijnenK.M.G.
19701974Truus GreijnK.M.G.
19631970Truus SelenJonge Garde
19621963Nel HermansJonge Garde
19551962Mia TimmermansJonge Garde
19481955Net HanraetsJonge Garde

Aalmoezeniers

Over de geschiedenis van de aalmoezeniers, met daarin speciale aandacht voor de laatste aalmoezenier; W.J.G. Verbong, is een 2016 een verhaal geschreven. Deze kun je hieronder teruglezen.

Jonge Wacht / Jong Nederland

VanTotPastoor / KapelaanNaam
20052016PastoorW.J.G. Verbong
19822005PastoorJ. Thijssen
19811982PastoorTh.J. Rietjens
19781981KapelaanR.J. Kroon
19751978KapelaanL.H. Vogels
19721975KapelaanJ.P.P.M. Hendrickx
19701972KapelaanM.G.L. Steeghs
19641970KapelaanA.P.J. Versleijen
19561963KapelaanJ.H.A. Vleeshouwers
19521956KapelaanH.H. Seegers
19491952KapelaanL.A. Theunissen
19381942KapelaanL.M.A. Versterren
19321938KapelaanF.M.J. Arts

Jonge Garde / KMG

VanTotPastoor / KapelaanNaam
19751978KapelaanL.H. Vogels
19721975KapelaanJ.P.P.M. Hendrickx
19701972KapelaanM.G.L. Steeghs
19571971PastoorW.G. Halmans
19561963KapelaanJ.H.A. Vleeshouwers
19501957PastoorW.M.A. Hillebrandt
19491952KapelaanL.A. Theunissen
19481950PastoorJ.P.J. Nabben